maandag 16 april 2012

Frasquitos

Overlanders


Wij Nederlanders houden wel van een reisje, maar in Ecuador heb ik maar weinig landgenoten ontmoet. Eén keer hoorde ik een paartje Nederlands praten op een terras in Quito, maar zin in een gesprekje hadden ze niet. Het was hun eerste vakantiedag in Ecuador en dan ben ik als Nederlandse toch niet echt dat exotische waar ze op gehoopt hadden.
Een poosje terug was ik op bezoek bij een Australiër die al jaren in Ecuador woont. Op zijn terrein kamperen regelmatig reizigers en zodoende kwam ik in contact met landgenoten Dirk Wassenaar en Marieken Vos. Deze oer-Hollandse namen klonken mij als muziek in de oren, want dat betekende even heerlijk ongecompliceerd babbelen in eigen taal. Ik kreeg een rondleiding door hun uitgebouwde Toyota Landcruiser met een keukentje, tweepersoonsbed, zitbanken en bovenop het dak een rijtje zonnepanelen. Achterop de aanhanger hangt vlak naast het vertrouwde gele nummerbord een oude, houten klomp. Sinds oktober 2008 is dit het reizende huis van Dirk en Marieken, waarmee zij zonder vaste route of einddatum als zogenoemde overlanders over de wereld trekken. Om in de stemming te komen, hebben zij eerst een autotrip naar Australië gemaakt en dit beviel zo goed dat zij hun woning en twee bedrijven verkochten om hun wereldreis verder te zetten in Noord -en Zuid-Amerika.

Toen ik vertelde over deze column werd al snel duidelijk dat zij De Gooi- en Eemlander heel goed kennen. Beiden zijn geboren en getogen in het Gooi en jarenlang viel de krant op hun deurmat aan de Plaggenwagen in Blaricum. Op zo’n moment - terwijl we in een uithoek van Ecuador op een klapstoel in de zon genieten van het uitzicht op de Andes - kijk je elkaar even raar aan. De Blaricummers vertellen dat zij verslaafd zijn geraakt aan het onderweg zijn, nieuwe dingen zien, mensen ontmoeten en andere culturen opsnuiven. Marieken mist soms een normaal toilet en een degelijk Achtuur-journaal en Dirk denkt wel eens met weemoed terug aan de straatbarbecues in de Bijvanck en aan de fameuze dartkampioenschappen, die ze in hun eigen woonkamer organiseerden voor de buurt. Dirk skypt nu nog regelmatig met zijn moeder in Hilversum en als ze weer even terug zijn in het Gooi, worden de oude buurtjes weer opgezocht en gooien ze samen nog een pijltje. Maar dan begint het al weer snel te kriebelen en willen ze verder, want hun credo luidt: als de wieltjes maar draaien.
Dirk en Marieken hebben een eigen website: www.2nomads.nl

(Column 23 ´Coreanne in Quito´, voor De Gooi-en Eemlander, april 2012)

woensdag 4 april 2012

Gasgekte


Wanneer er een flinke stroomstoring is in het Gooi komt dit altijd in de krant, simpelweg omdat het overlast veroorzaakt. En daar kunnen we slecht tegen. Hier in Ecuador is ons huis ook ’gewoon’ voorzien van elektriciteit en warm water, maar van een kink in de kabel kijk ik niet meer op. Er was een periode waarin de stroom om de haverklap uitviel. De stad was ’s avonds aardedonker, op kantoren werd niet meer gewerkt en de supermarkt sloot zijn deuren bij gebrek aan voldoende aggregaten. In de vrieskisten van de buurtwinkeltjes smolten de ijsjes langzaam weg en vlogen de kaarsen als warme broodjes over de toonbank. Maar op straat bleef het kalm. De Ecuadorianen zijn wel wat gewend.

Gas daarentegen komt hier niet vanzelfsprekend door een pijpleiding naar boven. Eens in de drie weken moet de grote blauwe gastank worden vervangen bij een vertrouwd adresje in de buurt. Maar sinds kort kan dit niet meer. Het ’gasmannetje’ mag niet meer aan huis verkopen, omdat er met de door de overheid gesubsidieerde gastanks zou zijn gesjoemeld. Ze werden onterecht voor commerciële doeleinden gebruikt of over de grens gesmokkeld naar omringende landen, waar het gas veel duurder is. Het gevolg is dat de distribueerders niet meer op bekende punten zijn te vinden, maar kriskras door de stad rijden zonder vaste tijden. Niemand weet waar of hoe laat ze ergens zijn en als je ze tegenkomt dan moet je ze net zolang volgen totdat de wagen stopt op een tot dan toe onbekende locatie.
Afgelopen week ben ik dus maar op goed geluk de buurt ingereden met de tank op de achterbank. Na een paar rondjes zag ik een Ecuadoriaan, die een zware (en dus volle) gasfles door de berm naar huis toe rolde. Hij verwees me naar een politiebureautje, maar daar was geen gas meer te bekennen. Ik reed al weer op huis aan, toen ik opeens twee vrachtwagens zag rijden met achterin de bekende blauwe torentjes. En die betekenen maar één ding: vers gas. De chauffeur gebaarde mij achter hem aan te rijden en een straat verder zette hij zijn wagen aan de kant. Overal vanuit de huizen kwamen mensen aangehold, er werd over en weer gebeld en achter mijn auto ontstond al snel een parkeerfile. Ik was nog niet uitgestapt of ik kon al achter in de rij aansluiten. Dus nam ik mezelf maar weer eens voor: voortaan iets korter douchen.

(Column 22 ´Coreanne in Quito, voor De Gooi-en Eemlander, maart 2012)