zaterdag 10 maart 2012
Wortels
Een maand terug hadden we het tijdens de Spaanse les over het begrip ’thuisland’. Mijn Japanse medestudent, die tijdelijk in Ecuador in de autotechniek werkt, heeft best moeite met de taal en het wennen in het Zuid-Amerikaanse land. Hij roept heel vaak en opvallend vloeiend ’Ik ben geen Chinees!’, want hij komt uit Japan en is daar trots op. Tijdens zijn eerste week in Ecuador is hij in een toeristische stad tot aan zijn schoenen toe van al zijn spullen beroofd en sindsdien kan hij niet vaak genoeg benadrukken dat zijn land zo ontzettend veilig is. Ook mist hij zijn moeder en de sushi. Die is in Ecuador namelijk niet te eten, zegt hij. Ik heb dat ook wel met mam en haar gehaktballen. Die smaken nergens zoals thuis. Mijn man vindt zulke dingen maar moeilijk te begrijpen. Hij heeft in zijn leven op meerdere continenten gewoond en dus zegt hij dat hij geen echte’roots’ heeft. Hij mist geen bepaald land, gerecht of traditie en vrienden heeft hij overal.
Een week geleden heb ik Ecuador achter me gelaten voor een drieweekse ´bijknuffelvakantie’. Opvallend is dat iedereen behoorlijk pips ziet en de typische Hollandse waterkou heeft mij ook onmiddellijk te pakken in de vorm van een ouderwetse snotneus. Van een cultuurshock heb ik dit keer geen last, ik loop hier rond alsof ik nooit ben weggeweest. Nog geen dag na mijn aankomst kreeg ik er een nieuw neefje bij en de hele familie wil graag geloven dat hij met zijn komst op mij heeft gewacht. Voor mij is het er weer eentje om te moeten missen, maar ook weer eentje om veel van te houden.
,,Waar liggen jouw wortels eigenlijk?’’, vraag ik aan mijn moeder wanneer ik weer voor het eerst bij haar eet. Ze staat boven de pannen en de geur ruikt weer als vanouds. Ik word er melancholisch van. Ook mijn moeder droomt een beetje weg en vertelt dat ze onlangs nog soep heeft gegeten in de kerk van Naarden tijdens een kunstexpositie. Hierna heeft ze thee gedronken in t’ Bonte Paard in Laren, in de kroeg waar zij vroeger altijd kwam. In Hamdorff staan ook nog heel wat danspasjes van haar, zegt ze lachend. Ze woont al heel lang niet meer in het Gooi, maar ze moet toegeven dat haar jeugdherinneringen onuitwisbaar zijn. Ook ik moet snel naar het Gooi, al heb ik een binding met meerdere plekken. Wanneer ik mijn moeder weer zo vertrouwd in haar keukentje de spruitjes zie afgieten, weet ik dat dit een plek is waar ik altijd naar zal terugkeren. Maar ik weet nu eindelijk ook wat mijn man bedoelt, want ook in Ecuador heb ik ongetwijfeld al een klein worteltje geschoten.
(Column 20 'Coreanne in Quito', voor De Gooi-en Eemlander, februari 2012)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten