Nationalisme en trots zijn op
je vaderland: ik heb er maar weinig kaas van gegeten. Natuurlijk dank ik God op
mijn blote knietjes dat ik in zo´n modern en rijk land geboren ben en dat ik
altijd terug kan keren, maar een grote verbondenheid met het land Nederland heb
ik niet echt. Praten over mijn thuislandje doe ik echter nog elke dag. Wanneer
mensen mij naar Nederland vragen - voornamelijk taxichauffeurs - draai ik
meestal een riedeltje af in de trant van: klein, plat en koud met veel lange
blonde mensen met blauwe ogen, een heleboel koeien en lekkere kaas. Hierna
volgen zij vaak met een rijtje namen van bekende Nederlandse voetballers, zoals
´Roet Goelit´, ´Di Croeif´ en ´Ban Basten´. Ikzelf vind het altijd veel leuker
om ze de woorden Schiphol, kaasschaaf en gereedschapskist bij te brengen.
De Ecuadorianen kennen Nederland voornamelijk als ´Los Paises Bajos´ (de
lage landen), maar ook bij de naam Holland gaat er vaak een lichtje branden. De
meesten hebben nog nooit iets van Europa gezien, maar ze vinden het werelddeel
allemaal wel reuze-interessant. Zo ken ik een Ecuadoriaans meisje dat helemaal
wegzwijmelt alleen al bij het zien van een plaatje van de Eiffeltoren in Parijs
en veel jongeren dromen over studeren in een Europees land.
Dat Nederland acht keer kleiner is dan Ecuador en dat je in een paar uur
van Noord naar Zuid rijdt, vinden de Ecuadorianen bijzonder. Maar dat ons land voor een
groot deel onder zeeniveau ligt, gaat er écht niet in. Voor één vrouw was het
meteen klaarduidelijk waarom ik in Zuid-Amerika ben gaan wonen. Ze gilde er
zelfs eventjes bij en adviseerde me nooit meer terug te gaan naar mijn
moederland. Sterker nog: ik moest mijn familie maar snel hierheen halen, want
wonen onder de zeespiegel, nee, wat een armoe.
Laatst zat ik achterin bij
zo´n nieuwsgierige taxichauffeur, met wie ik een gesprekje had via de achteruitkijkspiegel.
Toen ik zei dat ik uit Holland kwam, spuwde hij direct de woorden Amsterdam,
prostituees, partnerruil en marihuana uit. Het was mij niet helemaal duidelijk
of hij dit positief dan wel negatief bedoelde ofdat ik misschien moest raden
welk woord er niet perse in dit rijtje thuishoort, dus vertelde ik hem maar dat
homoseksuelen bij ons kunnen trouwen. In de spiegel zag ik dat hij zijn hoofd
lichtjes schudde. ´Lesbiennes ook?´, vroeg hij met grote ogen. ´Ja, vrouwen
ook´, zei ik trots.
(Column 36 ´Coreanne in Quito´, voor De Gooi-en Eemlander, december 2012)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten