dinsdag 31 mei 2011

Prinses


Integreren is geen eenzijdig proces. Je eigen weg vinden in een vreemd land is één ding, maar de nieuwe omgeving moet ook aan jou wennen. In het Gooi was ik een doodnormale jonge vrouw met een relatief oude auto, een klein huis en een gemiddelde beurs. Maar hier in Ecuador betekenen die gegevens niets anders dan pure luxe. En daar wordt al snel een bepaalde status aan verbonden. Zo vindt de tuinman van de huisbaas het maar vreemd dat ik zelf de was doe, de stoep veeg, soms de bus in plaats van de auto neem en met een afvalzak loop te sjouwen. Dat ik er niet over peins dat een ander te laten doen, ookal kan ik het betalen, kan hij al helemaal niet vatten.

De eerste keer boodschappen doen op de dorpsmarkt was net zo´n gemaskerd bal. Niet alleen zag ik mezelf van een afstandje tussen de kraampjes lopen, als een onzekere presentatrice in een slecht reisprogramma, ook bekroop mij het gevoel alsof de complete bevolking van Ecuador mij aanstaarde. Een komkommer kopen heeft nog nooit zo bijzonder gevoeld. Na een tijdje inburgeren blijft de interesse onverminderd groot. Op straat wordt er regelmatig in mijn oor gehijgd, gefluisterde zinnen in het voorbijgaan, uiteenlopend van een aardig complimentje tot een spontane liefdesverklaring. Maar helaas zijn er ook de boze blikken, waarschijnlijk als overblijfsel van de vroegere kolonisatie. Vorige week nog werd ik op diezelfde markt gepasseerd door een jongen, die niet al te vrolijk keek. En voordat ik het doorhad, mepte hij mij, het blondje in den vreemde, vol op mijn achterwerk met zijn petje. Om dit te kunnen voorkomen, trekken sommige buitenlanders een traditioneel pakje aan. Maar op die manier wil ik niet integreren. Bovendien doet dat me te veel denken aan blanke Afrika-fanaten, die op straat helemaal losgaan op hun djembés. Die spierwitte kuiten onder exotische gewaden zien er maar raar uit. En hoe hard ze ook trommelen, Afrikaans zullen ze nooit worden.
De tuinman ziet langzaam mijn prinsessenimago afbrokkelen. Ik drink een biertje terwijl ik met mijn blote handen in de moestuin woel en breng hem versgeperste sapjes als hij zwetend staat te ploegen op het land. Hij houdt nog afstand en is niet echt overtuigd van mijn integriteit, maar gelukkig begint hij al te wennen aan mijn misschien andere, maar toch echte menselijke trekjes.
 
(Column 5 'Coreanne in Quito', voor De Gooi- en Eemlander, mei 2011)

vrijdag 20 mei 2011

Wonderful Papallacta

Wandelen door de hooglanden, staren naar vulkanen en bergmeren, mooie bloemetjes en beestjes (babylama´s!) fotograferen, rivieren oversteken, watervallen zoeken en dan... flink uitgeput - maar zo voldaan - urenlang poedelen in de thermische baden van hotel Papallacta. Feels like heaven...
Kijk voor meer informatie op http://www.termaspapallacta.com/

Flores Papallacta

vrijdag 13 mei 2011

Graffiti-art in de straten van Ibarra...

maandag 2 mei 2011

Legging


Breedbeeld-tv’s, grote koelkasten, glimmende horloges en de nieuwste mobiele telefoons. De materialistische luxe van de westerse wereld dringt zich steeds meer op aan de Ecuadoriaanse bevolking. Gaan wij in Nederland juist terug naar de basics met een biologische maaltijd op een steigerhouten tafel, hier doen ketens als Kentucky Fried Chicken en de Pizza Hut erg goede zaken. Ze hebben het beste hout en het lekkerste eten van eigen grond, maar de meeste Ecuadorianen lijken toch een meerwaarde te hechten aan producten van overzee. Ook op straat gaan de mensen voor hip met veelal een namaakmerk. Maar ze gaan met hun sneakers en skinny jeans in ieder geval met de tijd mee.

Voor de gemiddelde toerist is dit niet het ideaalbeeld van een exotische trip naar een land in ontwikkeling, maar de plaatjes in de reisgidsen zijn ook in het echt te bewonderen. In het dorpje Otavalo kleden veel locals zich nog naar de authentieke klederdracht. Ze zijn zichtbaar beretrots op hun hagelwitte bloesjes met zelfgemaakte borduursels,fluwelen schoenen en ingevlochten haren. Dit dragen ze niet alleen op een dag als Koninginnedag, maar altijd, want hun culturele identiteit heeft niks met een koningshuis te maken. Dat ze daarna met de hele familie in de nieuwste Chinese terreinwagen stappen in plaats van op een paard, vertroebelt het romantische beeld van de westerse toeschouwer wel een beetje. Maar we kunnen het ze niet kwalijk nemen. De wereld verandert en zij hebben het volste recht om mee te doen.

Maar hoelang kunnen ze hun eigenwaarde en tradities nog behouden? In het binnenland zijn er indianenstammen, die al heel goed weten hoe de wereld in elkaar steekt. Want zodra er een bootje met toeristen aan land komt, ruilen ze snel hun spijkerbroek met Blackberry om voor een rieten rokje met peniskoker. En voor wat extra dollars willen ze ook nog wel een gek dansje doen, waarvan wij denken dat het eeuwenoud is. Ook maken de Ecuadorianen houten maskers van bijzondere koppen, maar je moet niet vragen naar de oorsprong of betekenis. De marketingstrategie is dat wij buitenlanders het mystiek vinden, maar bij hen komt het voor geen goud aan de muur.
Het enige wat gelukkig nog niet lijkt te zijn doorgedrongen, is het ’Barbie-complex’. Het begeerlijke maatje 36 wordt hier nauwelijks geambieerd. De vrouwen, hoe mollig ook, kennen geen schaamte, geen eierkoek of Sonja Bakker, alleen maar pure trots. Ze paraderen in volle glorie voorbij, zelfs in een nietsverhullende legging. Want ook die is in groten getale overgewaaid.

(Column 3 ´Coreanne in Quito´, voor De Gooi- en Eemlander, april 2011)