vrijdag 30 maart 2012

Feliz cumpleaños

Het is alweer een poosje terug, maar van de collega´s op de academie kreeg ik voor mijn verjaardag een taartje met een staartje. Met andere woorden: na het maken van deze foto kreeg ik de taart vol in mijn gezicht. Een oeroude traditie zeker? Jaja... 

woensdag 28 maart 2012

De Pitahaya


Kleine knalgele en o zo lekkere banaantjes, Chirimoyas, zoete boomtomaten en Guanábana; Ecuador kent veel fruitsoorten. Op de markt vul ik regelmatig voor een paar dollar mijn mandje met bijzondere vruchten. Laatst proefde ik de Pitahaya (zie foto) voor het eerst bij een paar nieuwe Hollandse vrienden, die met een jeep door Zuid-Amerika crossen. Zij waren inmiddels al verslingerd geraakt aan de Pitahaya. De vrucht is voor Ecuadoriaanse begrippen erg duur, één Pitahaya kost ongeveer een dollar, maar dat is hij meer dan waard. Het duurde even voordat ik de naam kon onthouden, maar de smaak vergeet ik niet zo snel. En die is helaas niet makkelijk uit te leggen. Niet te zoet, heel fris, een beetje kiwi-achtig gemixt met de smaak van een blije zongerijpte Galia-meloen. Perfect als ontbijtje dus. De Pitahaya, die gaat zeker wat vaker in mijn mandje.

Teevee


In Ecuador hebben wij geen televisie. Voor Nederlandse begrippen staat dat ongeveer gelijk aan het bekeerd zijn tot de Amish-gemeenschap, maar ook in Ecuador heb je dan wat uit te leggen. De Zuid-Amerikanen zijn gek op televisiekijken, vooral sport en sensatiejournaals zijn populair. Ook de Latinosoaps met een overdaad aan drama, nepborsten en gouden kettingen op een dikke laag borsthaar worden fanatiek gevolgd. In één van onze favoriete restaurants hangt een enorm scherm aan de muur en of je het wilt of niet, je kijkt automatisch mee. Wie geen televisie heeft, moet al om zes uur in bed leggen denken veel Ecuadorianen. De buis is heilig en ik heb me laten vertellen dat er zelfs junglemensen zijn die een flatscreen in huis hebben staan maar dan zonder snoeren, want zonder elektriciteit valt er weinig te koekeloeren. Maar het gaat om het idee, er staat er wel één. Ikzelf heb de televisie maar weinig gemist; het scheelt weer ruimte in je woonkamer en je hebt meer tijd voor uitgebreid tafelen, een goed boek of een avondwandeling. Dat klinkt, nu ik het zo schrijf, toch wel Amish-achtig, maar ik heb geen paard en ook geen lange rok.

Nu ik weer voor een vakantie in Nederland ben, kan een avondje voor de buis hangen natuurlijk niet uitblijven. En het is stiekem best lekker hoor, een beetje gedachteloos zappen terwijl de verwarming zachtjes loeit. Ik kijk naar onhandelbare kinderen, een vrouw die huilt omdat haar man weigert te klussen in een huis waar weinig mis aan lijkt te zijn, kleine zingende meisjes die opgedirkt zijn tot volwassen vrouwen, de bruiloft van Barbie en naar dure apparaatjes die moeiteloos je neushaar verwijderen. Helemaal onderin mijn koffer ligt al sinds twee weken een pak ouderwetse Bastognekoeken. Die moest ik meteen kopen na het zien van een reclame. Want je wordt er behoorlijk hebberig van, van dat televisiekijken. In de Nederlandse winkelstraten wordt datzelfde idee geprojecteerd. We kijken, kopen en moeten vooral heel veel hebben. In het Gooi vond ik weer mooi spul dat in Ecuador nergens te verkrijgen is. Ik zag nieuwe winkels, maar ook dat er een hoop verdwenen zijn. Dat verbaast me niet echt, het houdt een keer op. Mijn koffer zit inmiddels stampvol met échte kleren, pindakaas, nieuwe schoenen, een stapel boeken en dus dat pak Bastogne. Die ga ik op een avond eens soldaat maken met een grote pot thee. Lekker zonder teevee.

(Column 21 ´Coreanne in Quito´, voor De Gooi-en Eemlander, maart 2012)

zaterdag 10 maart 2012

Wortels


Een maand terug hadden we het tijdens de Spaanse les over het begrip ’thuisland’. Mijn Japanse medestudent, die tijdelijk in Ecuador in de autotechniek werkt, heeft best moeite met de taal en het wennen in het Zuid-Amerikaanse land. Hij roept heel vaak en opvallend vloeiend ’Ik ben geen Chinees!’, want hij komt uit Japan en is daar trots op. Tijdens zijn eerste week in Ecuador is hij in een toeristische stad tot aan zijn schoenen toe van al zijn spullen beroofd en sindsdien kan hij niet vaak genoeg benadrukken dat zijn land zo ontzettend veilig is. Ook mist hij zijn moeder en de sushi. Die is in Ecuador namelijk niet te eten, zegt hij. Ik heb dat ook wel met mam en haar gehaktballen. Die smaken nergens zoals thuis. Mijn man vindt zulke dingen maar moeilijk te begrijpen. Hij heeft in zijn leven op meerdere continenten gewoond en dus zegt hij dat hij geen echte’roots’ heeft. Hij mist geen bepaald land, gerecht of traditie en vrienden heeft hij overal.
 
Een week geleden heb ik Ecuador achter me gelaten voor een drieweekse ´bijknuffelvakantie’. Opvallend is dat iedereen behoorlijk pips ziet en de typische Hollandse waterkou heeft mij ook onmiddellijk te pakken in de vorm van een ouderwetse snotneus. Van een cultuurshock heb ik dit keer geen last, ik loop hier rond alsof ik nooit ben weggeweest. Nog geen dag na mijn aankomst kreeg ik er een nieuw neefje bij en de hele familie wil graag geloven dat hij met zijn komst op mij heeft gewacht. Voor mij is het er weer eentje om te moeten missen, maar ook weer eentje om veel van te houden.
,,Waar liggen jouw wortels eigenlijk?’’, vraag ik aan mijn moeder wanneer ik weer voor het eerst bij haar eet. Ze staat boven de pannen en de geur ruikt weer als vanouds. Ik word er melancholisch van. Ook mijn moeder droomt een beetje weg en vertelt dat ze onlangs nog soep heeft gegeten in de kerk van Naarden tijdens een kunstexpositie. Hierna heeft ze thee gedronken in t’ Bonte Paard in Laren, in de kroeg waar zij vroeger altijd kwam. In Hamdorff staan ook nog heel wat danspasjes van haar, zegt ze lachend. Ze woont al heel lang niet meer in het Gooi, maar ze moet toegeven dat haar jeugdherinneringen onuitwisbaar zijn. Ook ik moet snel naar het Gooi, al heb ik een binding met meerdere plekken. Wanneer ik mijn moeder weer zo vertrouwd in haar keukentje de spruitjes zie afgieten, weet ik dat dit een plek is waar ik altijd naar zal terugkeren. Maar ik weet nu eindelijk ook wat mijn man bedoelt, want ook in Ecuador heb ik ongetwijfeld al een klein worteltje geschoten.

(Column 20 'Coreanne in Quito', voor De Gooi-en Eemlander, februari 2012)